Elleboog

De elleboog is het gewricht tussen de bovenarm en onderarm. In tegenstelling tot de bovenarm (humerus) bestaat de onderarm uit twee botten: het spaakbeen (radius) en de ellepijp (ulna).

[popup_anything id="1514"]















Er zijn twee grote bewegingen mogelijk in de elleboog. De eerste beweging is het buigen en strekken van de onderarm en bovenarm. Hierbij bewegen de twee botten van de onderarm in een geheel ten opzichte van de bovenarm. Daarnaast kunnen we ook de pols en hand draaien om de lengteas en de handpalm naar boven (supinatie) alsook naar beneden (pronatie) richten. Deze laatste beweging gebeurt in het gewricht tussen beide botten van de onderarm, radius en ulna, ter hoogte van de elleboog.

Zoals in elke gewricht in het lichaam worden de botten afgelijnd door kraakbeen, een stevige gladde laag weefsel, om het gewricht soepel en pijnloos te laten bewegen.

De tip van de elleboog wordt ook wel olecranon genoemd. Tussen deze tip en de huid zit een slijmbeurs, een met vocht gevuld zakje, die zorgt voor het opvangen van stoten en voor het glijden van de huid ten opzichte van de onderliggende weefsels zoals bv. het bot.

Rondom de elleboog bevinden zich ligamenten voor de stabiliteit. De spieren met hun pezen verzorgen de mobiliteit. Aangezien de strek- en buigspieren van de pols aan de elleboog vertrekken kunnen pijnlijke polsbewegingen in de elleboog gevoeld worden. Vaak voorkomende voorbeelden hiervan zijn de tenniselleboog (buitenzijde) en de golferselleboog (binnenzijde).

Daarnaast lopen rond de elleboog ook belangrijke zenuwen vanuit de nek en schouder verder naar de hand. De zenuw die aan de binnenzijde van de elleboog loopt is het vaakst aangetast. Deze wordt de ulnaire of ulnaris zenuw genoemd.

Al deze structuren zijn noodzakelijk voor de pijnvrije mobiliteit van de elleboog en bij uitbreiding ook van de pols. Indien een van deze structuren niet naar behoren functioneert krijgen we telkens een specifiek ziektebeeld. Soms is er ook overlap tussen ziektebeelden, wat de diagnosestelling bemoeilijkt.

Bron: https://www.healthlinkbc.ca/health-topics/zm2482

Wat

Het cubitaletunnelsyndroom is synoniem voor de inklemming van de ulnaire zenuw ter hoogte van de elleboog. De naam van het syndroom is afgeleid van het Latijn ‘cubitus’ wat elleboog betekent. De zenuw komt vanuit de nek en loopt tot in de ringvinger en pink en verloopt langs de binnenzijde van de elleboog. We kennen de zenuw maar al te goed. Wie heeft nog nooit eens de binnenzijde van de elleboog gestoten met de typische uitstraling tot in de hand?

Wanneer die zenuw ingeklemd komt te zitten in haar ‘virtuele tunnel’ aan de binnenkant van de elleboog geeft dit die typische last in de voorarm tot in de ringvinger en pink. In tegenstelling tot wat de naam cubitaletunnelsyndroom laat vermoeden, bestaat de virtuele tunnel niet uit één zuivere kokervormige structuur. Doorheen haar verloop voor en tot voorbij de elleboog zijn er diverse structuren die de zenuw kunnen afklemmen zoals bepaalde ligamenten of spieren die als het ware het dak van de tunnel vormen.

[popup_anything id="1522"]



















Oorzaak

Verschillende oorzaken zijn mogelijk waarom iemand een cubitaletunnelsyndroom oploopt. Meest frequent gebeurt dit door herhaaldelijk of langdurig diep buigen van de elleboog. Omwille van het feit dat de zenuw achter het binnenste beenderige uitsteeksel loopt (mediale epicondyl – zie ook golferselleboog) en dus achter het draaipunt ligt, wordt die telkens een beetje uitgerekt over enkele millimeters. Andere mogelijkheden zijn een val met impact op de ulnaire zenuw en haar tunnel of het herhaaldelijk steunen met langdurige druk ter hoogte van de elleboog.

Symptomen

De hoofdklacht bestaat uit tintelingen ter hoogte van de elleboog tot in de ringvinger en pink. Als de klachten langer aanhouden kan de last erger worden en uitmonden in echte pijnklachten. De klachten worden vaakst ervaren bij langdurig buigen van de elleboog zoals na lang telefoneren of bij het slapen. Indien de zenuw zeer langdurig wordt afgekneld kan het zijn dat ook de spierkracht afneemt in de spieren die de zenuw aanstuurt. Dan ontstaat er moeite bv. bij het knippen van vingernagels of uitvoeren van andere taken waarvoor fijne motoriek noodzakelijk is. Uiteindelijk gaan de middenhandsspiertjes wegsmelten en niet meer functioneren.

[popup_anything id="1523"]





















Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch onderzoek en kan worden aangevuld met een onderzoek van de zenuw ter bevestiging van de diagnose. Dat laatste onderzoek heten we een EMG (elektromyografie). Hierbij wordt de geleidingsnelheid van de zenuw getest en vergeleken met de andere zijde. Tevens wordt met dit onderzoek bevestigd dat de ulnaire zenuw ter hoogte van de elleboog ingeklemd zit. Immers kan de zenuw ingeklemd zitten op verscheidene plaatsen over haar volledige verloop vanaf de nek tot in de pols. Naast het opsporen van de juiste locatie van de inklemming wordt tijdens dit onderzoek ook gekeken of er nog steeds een goede aansturing is van de spieren.

Om andere zaken uit te sluiten worden aanvullend extra onderzoeken aangevraagd, zoals bv. een radiografie (artrose, vroegere fractuur, …) of een echografie (golferselleboog).

Behandeling

Het doel van de behandeling is in eerste instantie het verlichten van de symptomen van tintelingen en pijn. In matige tot milde gevallen is geweten dat tot 88-90% van de patiënten beterschap ervaart zonder chirurgie. Ten tweede willen we verhinderen dat de zenuw door verdere druk meer en meer schade oploopt die naarmate de duur vordert uiteindelijk onherstelbaar kan worden. Daarom is bij duidelijke of blijvende last een ingreep noodzakelijk gezien die zenuwschade op zijn beurt spierschade kan geven. Stel een bezoek aan de arts dus niet te lang uit.

  • Preventie

    Zo veel als mogelijk vermijden van druk ter hoogte van de binnenzijde van de elleboog. Eveneens dienen langdurige gebogen stand van de elleboog alsook tricepsverstevigende oefeningen vermeden te worden.

  • Relatieve rust

    Absolute immobilisatie is niet noodzakelijk. Integendeel is het raadzaam om de pols en elleboog zo veel mogelijk te bewegen, met inachtname van bovenstaand punt.

  • Pijnstilling

    Kortdurend, gedurende 1 à 2 weken, kunnen ontstekingsremmers ingenomen worden om de zwelling rond de zenuw te doen afnemen.

  • Kinesitherapie

    Kinesitherapie kan in de beginfase een goede symptoomcontrole geven. Door het uitvoeren van stretchbewegingen en oefeningen om de zenuw beter te laten glijden in haar tunnel kan de subjectieve last duidelijk verbeterd worden.

  • Braces

    Omwille van het feit dat er vaak nachtelijke last bestaat bij mensen die slapen met geplooide ellebogen wordt soms een elleboogbrace gegeven met een half gestrekte elleboog; zo is de zenuw het meest ontspannen.

  • Chirurgie

    Bij cubitaletunnelsyndroom chirurgie wordt een kleine insnede van 3 à 4 cm gemaakt over de binnenzijde van de elleboog. De zenuw wordt daarna vrijgemaakt over haar volledige verloop, van voor tot over de elleboog waar de zenuw in de spiermassa van de polsbuigers en -draaiers duikt. Nadien mogen de arm en de pols onmiddellijk bewogen worden.

    Indien de zenuw té mobiel is en de neiging heeft niet op haar natuurlijke plaats te blijven liggen bij diep buigen wordt soms de zenuw verplaatst naar de voorzijde van het ellebooggewricht. Dit gebeurt enkel in geval van blijvende last bij een verspringende zenuw aangezien er wetenschappelijk nog geen sluitend bewijs bestaat dat een dergelijke ingreep met verplaatsing van de zenuw betere resultaten geeft na 1 jaar dan de ingreep waarbij de zenuw blijft liggen.

Frequent gestelde vragen ?

  • Ik ben geopereerd en heb nog steeds pijn in mijn elleboog en voorarm. Is dit normaal?

    Na de ingreep daalt de pijn in 75-90% van de gevallen zeer drastisch. Het is geweten dat resterende zenuwpijn lang kan aanhouden, ook na het vrijmaken van de zenuw. Dit heeft te maken met de duur dat de zenuw ingeklemd heeft gezeten en ook met de leeftijd van de patiënt. Dit laatste bepaalt de mate van herstel van de zenuw zelf. Het kan van 6 maanden tot een jaar duren eer een zenuw volledig hersteld is.

  • Hoelang moet ik mijn arm stilhouden na de operatie?

    U mag de elleboog en pols na de ingreep onmiddellijk bewegen. Bewegen is zelfs aan te raden om verstijving van de elleboog te voorkomen.

  • Hoelang zal ik werkonbekwaam zijn na de operatie?

    Alles hangt af van het type werk dat u precies doet en hoe snel de pijn mindert. Bij handarbeid zal u in de regel langer ongeschikt zijn dan als u een bureaujob doet. Ook na de ingreep blijft de regel gelden: bewegen en eventueel belasten onder de pijngrens. Voor de heling en revalidatie dient u minstens 3 maanden te rekenen voor een volledig herstel, maar dit kan oplopen tot 6 maanden als u intensief manuele arbeid verricht.

    Indien de zenuw gedurende te lange tijd gekneld heeft gezeten bestaat de kans dat de zenuw evenwel nooit meer volledig recupereert.

    Echter wordt steeds samen met de patiënt gekeken naar een individueel revalidatieplan en kan de specifieke onbekwaamheidsduur afwijkend zijn van bovenvermelde perioden.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties na een ingreep?

    Mogelijke problemen na elke chirurgie zijn wondproblemen met lokale zwelling en nabloeden. Ook bestaat er een risico op overgevoeligheid van het litteken en infectie van de wonde.

  • Wanneer sneller contact opnemen dan geplande afspraak?

    Toegenomen wondlekkage, etterige wonddrainage, oplopende zwelling en pijn met koorts (>38,5°C) zijn duidelijke redenen om een snellere consultatie te vragen of zich aan te bieden op de spoeddienst.

Bronnen: Staples, J. R., & Calfee, R. (2017). Cubital Tunnel Syndrome. Journal of the American Academy of Orthopaedic Surgeons, 25(10), e215–e224. doi:10.5435/jaaos-d-15-00261

Wat

De golferselleboog is een relatief vaak voorkomende aandoening (0.3-1% van de bevolking) van de binnenzijde van de elleboog. Het betreft een overbelasting van de pezen van de buigspieren van de pols die vastzitten aan de binnenzijde van de elleboog. Het chronische karakter van deze aandoening is welgekend. De medische term is ‘epicondylitis medialis’.

Mannen en vrouwen hebben evenveel kans op het ontwikkelen van een golferselleboog. Aangezien het een overbelastingaandoening is komt het vooral voor bij de werkende bevolking en het meest bij mensen met een leeftijd tussen de 30 en 60 jaar. De golferselleboog manifesteert zich meestal aan de dominante zijde (rechts bij rechtshandigen – links bij linkshandigen).

Een gelijkaardige aandoening, vaker voorkomend, is de tenniselleboog waarbij de strekpezen zijn aangetast. Deze bevinden zich aan de buitenkant van de elleboog alwaar de klachten zich dan ook zullen manifesteren.

Oorzaak

Een overbelasting van de buigpezen van de pols ontstaat door het veelvuldig uitvoeren van draai- en buigbewegingen van de pols. Bij sporters komt dit vaak voor na het uitvoeren van bovenhandse werp- of slabewegingen zoals bv. bij golfen maar ook bij tennis, gewichtheffen en bowling. Niet enkel in de vrije tijd, maar ook in een professionele omgeving kan een overbelasting van de buigpezen zich manifesteren bv. ten gevolge van handenarbeid waarbij veel grijp- en knijpkracht vereist is, of bij het uitvoeren van een bureaujob. Wanneer u gedurende lange tijd dezelfde elleboog- en polshouding aanhoudt, kan dit immers leiden tot een overbelasting van de buigpezen.

De overbelasting veroorzaakt kleine scheurvorming in de pezen. Als deze scheurtjes niet goed herstellen ontstaat er een pees van minder goede kwaliteit. De ontstekingsreactie die hieruit voortkomt geeft de last.

[popup_anything id="1533"]





















Symptomen

De hoofdklacht is pijn ter hoogte van de binnenzijde van de elleboog bij het uitvoeren van een buigbeweging van de pols, het draaien van de hand naar binnen en vastgrijpen van zaken. Aanraking ter hoogte van de binnenzijde van de elleboog is eveneens pijnlijk. Bovendien kan de pijn ook uitstralen naar de voorarm.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van de klachten en het klinisch onderzoek waarbij de arts de pijnlijke plaats opzoekt en enkele testen uitvoert. Dit kan worden aangevuld met een echografie ter bevestiging van de diagnose. Een radiografie van de elleboog wordt ook gevraagd omdat zo andere eventueel ook aanwezige aandoeningen kunnen worden uitgesloten. Indien er meer detail nodig is van de pezen, of eventuele aantasting van de ligamenten of van het dieper gelegen gewricht moet worden uitgesloten, is een MRI-scan in beperkte gevallen aangewezen. We weten dat er in sommige gevallen ook een inklemming is van een dichtbij gelegen zenuw (Nervus Ulnaris) die de symptomen kan vergezellen of zelfs maskeren. Hierbij kan een zenuwonderzoek (of EMG) uitsluitsel geven over de toestand van die zenuw. Voor meer informatie zie ook “Zenuwinklemming/Cubitaletunnelsyndroom”.

Behandeling

Het doel van de behandeling is om de pezen weer te laten genezen door de ontsteking te remmen en zo de functionaliteit weer te verhogen. Gezien de lange duur van de aandoening is het belangrijk om zo veel mogelijk de behandeling af te stemmen op de actuele last. De behandeling bestaat daardoor vaak uit een combinatie van therapieën.

  • Pijnstilling

    De eerste stap bij het behandelen van een golferselleboog is adequate pijnstillende medicatie. Een ontstekingsremmer kan geprobeerd worden gedurende 1 tot 2 weken.

  • Relatieve rust

    Absolute immobilisatie is niet noodzakelijk. Integendeel is het raadzaam om de pols en elleboog zo veel mogelijk te bewegen, eventuele belasting mag, maar dit moet steeds onder de pijngrens blijven.

  • Kinesitherapie

    Kinesitherapie is een belangrijk onderdeel van het beleid. Ontstekingsremmende therapie zal initieel gestart worden, nadien bestaat de behandeling voornamelijk uit het stretchen en de versteviging van de pezen. Voor het verbeteren van de ellebooglast zal de kinesist ook schouderblad verstevigende oefeningen geven. Vraag na aan uw kinesist welke oefeningen u ook zelf thuis kan doen.

  • Braces

    Om de pijn onder controle te houden bestaan er braces die door druk op de buigspieren uit te oefenen de pijnlijke peesaanhechting aan de elleboog ontlasten. Daarnaast bestaan er ook braces die de pols- en elleboogbeweging limiteren en zo de pijn verminderen. Echter kunnen zij bij langdurig gebruik ongewilde stijfheid uitlokken.

  • PRP injectie

    PRP of ‘Platelet-rich plasma’ is een onderdeel van het bloed van de patiënt zelf waarbij het plasma en de bloedplaatjes worden afgezonderd van de rest en dan worden ingespoten in de zieke pees. De bloedplaatjes geven dan groeifactoren vrij die het peesherstel bevorderen. Dit is een relatief nieuwe techniek. Hoewel er reeds enkele veelbelovende studies zijn is er, omwille van het groot verschil in de aanwezige commerciële bereidingen alsook de afwezigheid van studies die de effecten bekijken op lange termijn, nog geen algemene aanbeveling.

  • Chirurgie

    Bij golferselleboog chirurgie wordt een kleine insnede van 3 à 4 cm gemaakt over de buitenzijde van de elleboog. De zieke pees wordt losgemaakt en het zieke gedeelte van de pees wordt weggesneden. Nadien wordt de pees opnieuw teruggeplaatst. Afhankelijk van de ernst vastgesteld tijdens de ingreep kan er na de ingreep worden beslist om gedurende een korte periode gips aan te leggen.

Frequent gestelde vragen?

  • Hoelang duurt het gehele proces (van vaststelling van de aandoening tot herstel)?

    Het natuurlijke verloop van de aandoening (zonder behandeling) ligt ergens tussen de 10 en 18 maanden. We weten dat na 6 maanden ongeveer 80% van de patiënten verlost is van zijn klachten, na 1 jaar is 90% klachtenvrij.

  • Waarom duurt het natuurlijke verloop van de aandoening zo lang?

    Het probleem van het herstel van zieke pezen ligt vermoedelijk aan de van nature slechte doorbloeding van pezen. Ondanks het onderzoek naar de oorzaak van de aandoening en mogelijke behandelingen is men er nog niet in geslaagd de duur in te korten. Bewijzen hiervan zijn de grote aantallen mogelijke therapieën, echter heeft nog geen één behandeling de bovenhand gehaald.

  • Kan ik dat opnieuw krijgen?

    Er is weinig onderzoek naar de mogelijkheid op herval na een volledig genezen golferselleboog. Maar er is wel degelijk een kleine kans op het opnieuw optreden van een golferselleboog. Herval wordt vaker gezien bij patiënten die zware manuele arbeid uitvoeren.

  • Waarom wordt er niet onmiddellijk geopereerd?

    De belangrijkste reden is het feit dat de aandoening uit zichzelf verdwijnt. Voorts zijn de resultaten van een niet-chirurgisch ingrijpen goed te noemen en niet duidelijk verschillend van die van chirurgie. Daarom wordt best eerst 3 tot 6 maanden gewacht om dan te evalueren of er een indicatie/noodzaak is om over te gaan naar chirurgie.

  • Waarom wordt er niet gesproken over cortisone-inspuitingen als mogelijke behandeling?

    Cortisone is een natuurlijk product dat dient om ontstekingen te remmen en normaal geproduceerd wordt door de bijnier. Lokale toediening in een pees kan de pijn op korte termijn (2 - 6 weken) duidelijk verbeteren doch zijn er geen studies die enig verschil kunnen aantonen in de symptomatologie op lange termijn (> 8 weken).

  • Kan het dat ik de pijn ook buiten de elleboog voel?

    Jazeker. Het is een gekend fenomeen dat mensen uitstralende pijn voelen zowel verderop in de voorarm als naar de schouder toe. Het exacte mechanisme is nog niet opgehelderd maar het zou te maken hebben met een verhoogde gevoeligheid van de zenuwen ter hoogte van de elleboog die op hun beurt de gevoeligheid verhogen van andere zenuwen in het centraal zenuwstelsel.

  • Wordt een kijkoperatie soms uitgevoerd bij een golferselleboog?

    Een kijkoperatie voor een golferselleboog is technisch zeer moeilijk tot onmogelijk. Omwille van de dichtbij gelegen zenuw (nervus Ulnaris) en het binnenste stabiliserende ligament is de kans op beschadiging van die twee zeer reëel. Vandaar dat dit – tot op heden – nog nooit werd uitgevoerd.

  • Hoelang moet ik mijn arm stilhouden na de operatie?

    Normaal gezien mag u na de ingreep onmiddellijk bewegen met de pols en elleboog. In uitzonderlijke gevallen, bij forse ontsteking of een grote peesscheur, kan een bovenarmgips aangelegd worden voor 1 week.

  • Hoelang zal ik werkonbekwaam zijn na de operatie?

    Alles hangt af van het type werk u precies doet en hoe snel de pijn mindert. Bij handarbeid zal u in de regel langer ongeschikt zijn dan als u een bureaujob uitoefent. Ook na de ingreep blijft de regel gelden: bewegen zonder weerstand is toegestaan onder de pijngrens. Voor de heling en revalidatie dient u minstens 3 maanden te rekenen voor een volledig herstel, maar dit kan oplopen tot 6 maanden als u intensief manuele arbeid verricht.

    Echter wordt steeds samen met de patiënt gekeken naar een individueel revalidatieplan en kan de specifieke onbekwaamheidsduur afwijkend zijn van bovenvermelde perioden.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties na een ingreep?

    Mogelijke problemen na elke chirurgie zijn wondproblemen met lokale zwelling, nabloedingen, overgevoeligheid van het litteken en infectie van de wonde.

    Indien u een gips heeft gekregen bestaat de kans dat een knellend gevoel ontstaat met tintelingen en pijn in de elleboog, hand of vingers als gevolg van de zwelling. Indien dit het geval is dient het gips verder open gemaakt te worden. Dit kan door het gips open te knippen. Hiervoor consulteert u best uw huisarts, of gaat u naar de afdeling spoedgevallen.

  • Wanneer sneller contact opnemen dan de geplande afspraak?

    Toegenomen wondlekkage, etterige wonddrainage, oplopende zwelling en pijn met koorts (>38,5°C) zijn duidelijke redenen om een snellere consultatie aan te vragen of zich aan te bieden op de spoeddienst.

Bronnen: J Am Acad Orthop Surg. 2015 Jun;23(6):348-55. doi: 10.5435/JAAOS-D-14-00145. Medial epicondylitis: evaluation and management. Amin NH, Kumar NS, Schickendantz MS..

Wat

Degeneratie of slijtage van het gewricht is een proces en verloopt van een vermindering tot het helemaal verdwijnen van kraakbeen in een gewricht. Dit wordt ook wel artrose of osteoartrose genoemd. Kraakbeen is een gladde beschermende laag in een gewricht, met name ter hoogte van het uiteinde van de bovenarm (humerus), ellepijp (ulna) en spaakbeen (radius), en het zorgt voor een vlotte en pijnloze beweeglijkheid.

Bij het slijtageproces komen kleine stukjes kraakbeen los die gaan rondzweven in het gewricht. Deze kleine stukjes kraakbeen, gewrichtsmuizen genoemd, kunnen dan blokkageproblemen geven. Indien de slijtage zich verder doorzet ontstaan er uitsteeksels op de botten rond het gewricht, de zogenaamde papegaaienbekken (‘osteofyten’). Dit verklaart de soms beperkte beweeglijkheid van de elleboog aangezien deze in de weg zitten om de elleboog volledig te kunnen buigen of strekken.

[popup_anything id="1545"]






Oorzaak

Er zijn drie hoofdoorzaken die kunnen leiden tot artrose.

  1. Ten gevolge van een trauma. Hierbij is een fractuur (breuk) of luxatie (het uit de kom gaan) van het gewricht verantwoordelijk voor een aantasting van het kraakbeen.
  2. Bij een chronische ontsteking (ook wel artritis) van het ellebooggewricht. Het bekendste voorbeeld hiervan is reuma.
  3. Ten gevolge van gewone slijtage. Dit wordt ook wel ‘primaire artrose’ genoemd. Hierbij valt het op dat er niet één, maar vaak een combinatie van factoren aan de basis ligt:
    • Oudere leeftijd
    • Zwaar fysiek werk verricht hebben in het verleden
    • Genetisch
    • Geslacht: mannen 4x frequenter dan vrouwen
    • Dominante zijde

Symptomen

De klachten bij artrose bestaan voornamelijk uit het - al dan niet pijnlijk - klikken of kraken van de elleboog. Tevens kunnen blokkages en beperkingen in de beweeglijkheid van de elleboog een belemmering vormen in het dagelijkse leven.

Diagnose

De diagnose wordt mee bepaald door middel van beeldvorming. In eerste instantie wordt een radiografie van het ellebooggewricht genomen (voor- en zijaanzicht). Aan de hand van deze radiografie kan niet alleen een diagnose worden bevestigd, ook andere aandoeningen kunnen hiermee worden uitgesloten.

Indien de radiografie te weinig detail toont, wordt een scanner (CT-scan) gevraagd. Om de resolutie van de beelden te verhogen wordt dan eerst een vloeistof (contrastvloeistof) in de elleboog gespoten.

Aangezien verschillende gradaties van kraakbeenslijtage verschillend worden ervaren bij verschillende personen hangt de behandeling dus voornamelijk af van de symptomen en klachten van de patiënt die de doorslag zullen geven voor de gekozen behandeling.

Behandeling

  • Pijnstilling

    De eerste stap bij het behandelen van artrose is adequate pijnstillende medicatie.

  • Kinesitherapie

    Kine wordt doorgaans voorgeschreven indien er een pijnlijke stijfheid bestaat van de elleboog zonder duidelijke blokkage. Deze behandeling is aan te raden bij beginnende slijtageklachten.

  • Infiltratie

    • Cortisone

      Indien er ten gevolge van de slijtage een ontstekingsreactie bestaat van de elleboog waarbij de elleboog warm aanvoelt en dik staat, kan een cortisone-spuit gegeven worden in het gewricht. Hierbij zal de dokter steeds - voorafgaandelijk aan de inspuiting - uitsluiten dat er een infectie aanwezig is in het gewricht. In geval van een infectie is het toedienen van een cortisone-spuit immers tegenaangewezen.

    • Hyaluronzuur

      Wanneer er echter weinig ontstekingsreactie aanwezig is in de elleboog en voornamelijk pijnlijke bewegingen bij belasting de symptomen vormen, kan een infiltratie met hyaluronzuur aangewezen zijn. Hyaluronzuur is een stroperige vloeistof die als functie heeft het gewricht te smeren. Het bevindt zich in elk gewricht en werkt functioneel als smeermiddel en als stootkussen.

  • Kijkoperatie

    Een kijkoperatie of artroscopie is een operatie waarbij er niet één grote insnede wordt gemaakt zoals klassiek gebeurt, maar wel verschillende kleine incisies. Langs die punten worden een camera en fijne werkinstrumenten ingebracht. Op deze manier kunnen stukjes los kraakbeen worden verwijderd en zo nodig ook papegaaienbekken worden weggenomen om de beweeglijkheid te verbeteren. Het voordeel van een kijkoperatie ten opzichte van een open ingreep is de snellere revalidatie.

  • Prothese

    Er bestaan twee types prothesen:

    1. De gedeeltelijke elleboogprothese.

      Hierbij wordt alleen het uiteinde van het spaakbeen (radiuskop) vervangen. Dit kan alleen als de kraakbeen- of gewrichtsschade beperkt is tot dit gedeelte van het gewricht. Dit is voornamelijk van toepassing bij fracturen van de radiuskop waarbij het niet mogelijk is om het stukje te herstellen en waarbij vervanging door een radiuskopprothese de enige optie is.

      [popup_anything id="1546"]



















    2. De totale elleboogprothese

      Deze prothese vervangt zowel het gedeelte van de bovenarm als dat van de onderarm en wordt daarom ‘totaal’ genoemd. De meest voorkomende reden voor plaatsing van deze prothese is na complexe fracturen van het uiteinde van de bovenarm die niet meer integraal te herstellen zijn. Andere indicaties zijn forse artrose bij patiënten ouder dan 65 jaar.

      [popup_anything id="1547"]











Frequent gestelde vragen?

  • Ik heb bevestigde artrose, moet ik dan veel stilzitten met mijn elleboog om verdere schade te vermijden?

    Neen, een gewricht stilhouden of immobiliseren is nefast gezien zo een stijfheid van het gewricht zal ontstaan en de functie nog verder achteruit zal gaan. Integendeel is het aan te bevelen om zo veel als mogelijk de beweeglijkheid te behouden door te buigen en strekken en de hand en pols om te draaien rond hun lengteas (pro- en supinatie). Uiteraard is extreme belasting (zich forceren) uit den boze. De eigen pijngrens is hierbij een goede factor om aan te geven in welke mate u uw elleboog mag bewegen.

  • Kan een infiltratie met cortisone geen kwaad?

    Cortisone is een natuurlijk product dat dient om ontstekingen te remmen en normaal geproduceerd wordt door de bijnier. Bij inspuiting in het gewricht gaat het om een lokale act in het gewricht. Er zal steeds een deel hiervan opgenomen worden in het bloed, maar dit is slechts een fractie van de injectie. Mensen met suikerziekte kunnen wel merken dat hun suikerspiegel tijdelijk ontregeld is en ze hierdoor, indien van toepassing, hun injecties insuline kortdurend dienen aan te passen.

  • Wanneer wordt dan hyaluronzuur ingespoten in het gewricht?

    In tegenstelling tot cortisone is hyaluronzuur een veel minder sterke ontstekingsremmer. Een ontstoken gewricht dat warm aanvoelt en veel vocht bevat is geen goede kandidaat voor hyaluronzuur maar wel voor cortisone. Eens de ontsteking afgezwakt of verdwenen is kan er eventueel hyaluronzuur worden ingebracht.

    Hyaluronzuur is eveneens een natuurlijk product dat geproduceerd wordt in de gewrichten. Het heeft de eigenschap zeer sterk te binden aan water en dient om de glijbeweging in het gewricht te optimaliseren alsook als stootkussen om schokken op te vangen. Het hyaluronzuur dat wordt geïnjecteerd is evenwel vele malen geconcentreerder dan het natuurlijke gehalte in het gewricht.

  • Hoelang ben ik arbeidsonbekwaam?

    Aangezien de diagnose artrose een breed spectrum van aandoeningen dekt is een eenduidige termijn niet te bepalen. Na eventuele chirurgie dienen hechtingen verwijderd te worden na 2-3 weken. Zolang dient de wonde proper en droog te blijven en is zeker manuele arbeid niet aan te bevelen. Nadien dient progressief verder gewerkt te worden aan de mobiliteit van de elleboog, vaak samen met de kinesist. Een arbeidsongeschiktheid van 6 weken en soms tot 12 weken is realistisch. Echter wordt steeds samen met de patiënt gekeken naar een individueel revalidatieplan en kan de specifieke onbekwaamheidsduur afwijkend zijn van bovenvermelde perioden.

  • Wat kan ik verwachten na een kijkoperatie van de elleboog?

    Het verloop na de ingreep hangt voornamelijk af van de toestand vóór de operatie; met name van de reeds aanwezige kraakbeenschade van het gewricht. Met een kijkoperatie worden losliggende stukjes kraakbeen verwijderd en licht beschadigd kraakbeen weer glad gemaakt. U mag onmiddellijk na de operatie bewegen met de elleboog. De pijn ontstaan door de ingreep verdwijnt na verloop van enkele weken.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties van een kijkoperatie?

    De kans op complicaties na een dergelijke ingreep is klein. Eventueel kan er een voosheid ontstaan over delen van de elleboog of voorarm omwille van de nabijheid van zenuwen rondom de elleboog. Zenuwen recupereren traag en dit kan 6 maanden tot een jaar duren, maar normaal verdwijnen de klachten vanzelf. Een infectie is altijd mogelijk bij elke ingreep; maar bij een kijkoperatie is de kans op infecties zeer klein gezien de elleboog tijdens de ingreep continu met steriel water wordt gespoeld.

  • Wat kan ik verwachten na plaatsing van een radiuskoprothese (partiële prothese)?

    Na plaatsing van een dergelijke prothese hangt alles af van de indicatie van de ingreep die een breed scala bevat (i.e. van lichte artrose, beperkt tot de radiuskop, tot en met grote fracturen en luxaties van het hele gewricht). Bij dergelijke grote trauma’s hangt alles af van de mogelijkheid tot reconstructie van een goed gewricht en de bekomen stabiliteit. Indien u hierover vragen hebt bespreekt u uw geval best goed door met uw chirurg.

  • Wat kan ik verwachten na plaatsing van een elleboogprothese (volledige prothese)?

    Een totale elleboogprothese (TEP) wordt enkel geplaatst bij heel zware destructies en slijtage van het gewricht. Na plaatsing van een TEP zal u na een korte immobilisatie (gips) mogen bewegen met een brace. Door een kinesitherapeutische behandeling zal de beweeglijkheid langzaam herwonnen worden. De revalidatie duurt lang en reken hiervoor op minstens 6 maanden. Om de prothese te beschermen wordt een levenslange beperking opgelegd voor het tillen van zaken tot maximum 5 kilogram of herhaaldelijk 1 kilogram.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties na een partiële of volledige elleboogprothese?

    Zoals na elke ingreep is langdurige wondheling een mogelijk probleem. Zorgvuldige en steriele wondzorg met regelmatige wondcontroles zijn dan aan te raden.

    Indien u een gips heeft gekregen bestaat de kans dat een knellend gevoel ontstaat met tintelingen en pijn in de elleboog, hand of vingers als gevolg van de zwelling. Indien dit het geval is dient het gips verder open gemaakt te worden. Dit kan door het gips open te knippen. Hiervoor consulteert u best uw huisarts, of gaat u naar de spoedgevallen.

    Omwille van de nabijheid van de zenuwen rondom de elleboog is zenuwschade steeds mogelijk. Verminderd gevoel en/of verminderde beweeglijkheid van de pols en hand kunnen hiervan het gevolg zijn. Deze complicaties komen niet vaak voor en verdwijnen meestal vanzelf zonder verdere behandeling.

    Ondanks het continu verbeteren van het prothesemateriaal kan een prothese nog steeds ‘falen’. Falen van het materiaal zoals slijtage van het plastic onderdeel ter hoogte van de connectie bovenarm/onderarm, net als het loskomen van de prothese is steeds mogelijk en kan een nieuwe ingreep noodzakelijk maken. De kans hierop verhoogt ongeveer vijf à tien jaar na plaatsing van de prothese.

    Een laatste en belangrijke complicatie is infectie van de prothese. Die infectie treedt meestal op in de eerste vijf jaar na de ingreep.

    Bij vermoeden van infectie dient zo snel mogelijk contact opgenomen te worden met de consultatiedienst orthopedie of dient u zich aan te bieden op de spoedgevallendienst. Gelieve vóór deze afspraak in ons ziekenhuis nog geen antibiotica in te nemen aangezien dit problemen geeft om nadien de oorzakelijke kiem te kunnen opsporen.

Wat

Een ontsteking van de slijmbeurs (bursa) ter hoogte van de tip van de elleboog (olecranon) is een aandoening die af en toe voorkomt. In medische termen heten we dit een ‘bursitis olecrani’.

Een slijmbeurs is een zakje gevuld met vocht. In normale omstandigheden is dit zakje zo goed als plat en zonder vocht. Slijmbeurzen bevinden zich ter hoogte van de gewrichten (bv. aan de elleboog, de knie, enz.) en zorgen voor het opvangen van stoten en het doen glijden van de huid ten opzichte van de onderliggende weefsels. Het is dus een structuur die buiten de botten en het gewricht ligt.

Er dient een duidelijk onderscheid gemaakt te worden tussen een ontsteking (= inflammatie) en een infectie. Niet alleen de oorzaak is verschillend, ook de bijhorende behandeling verschilt. Toch worden beide termen vaak door elkaar gebruikt. De ontsteking zelf is een beschermreactie uitgelokt door het lichaam. Een infectie is een ontsteking maar uitgelokt door een kiem, meestal een bacterie. Het spreekt voor zich dat bij een infectie antibiotica noodzakelijk zullen zijn terwijl dit bij een inflammatie of ontsteking niet aan de orde is.

[popup_anything id="1559"]





















Oorzaak

Er zijn verschillende oorzaken mogelijk.

De meest voorkomende slijmbeursontsteking ontstaat door overbelasting van de elleboog (bv. door herhaaldelijk op de elleboog te leunen of te steunen). Als de slijmbeurs dan te veel geïrriteerd geraakt zwelt deze op. Dit type wordt soms omschreven als de ‘student’s elbow’ of ‘miner’s elbow’.

Opzetting van de slijmbeurs kan ook voorkomen na een val op de elleboog waarbij er zich bloed opstapelt.

Soms ontstaan er verkalkingen in de aanhechting van de pezen ter hoogte van de elleboog. In het medisch jargon worden deze verkalkingen ‘sporen’ genoemd. Dit zien we het vaakst bij de triceps (elleboogstrekker) die aanhecht op de tip van de elleboog (olecranon).

Daarnaast kan een ontsteking uitgelokt worden bij mensen met een veralgemeende inflammatoire ziekte zoals bv. reuma of jicht, als onderdeel van deze inflammatoire aandoening.

Als laatste oorzaak kan ook een infectieus proces aan de basis liggen. De arts zal steeds navragen of er wondjes geweest zijn ter hoogte van de elleboog of niet. Deze wondjes kunnen een mogelijke toegangsweg voor ziektekiemen vormen, die zich doorheen de huid tot in de slijmbeurs een weg banen en van daaruit het infectieproces in gang kunnen zetten.

Symptomen

De hoofdklacht is pijn ter hoogte van de tip van de elleboog die vaak opgezet en ook rood kan zijn. Het gebruik van de elleboog kan pijnlijk zijn vooral bij het stoten van de elleboog. Ook het diep buigen van de elleboog kan lastig zijn door de zwelling.

Indien er een infectie aanwezig is kan men zich ook algemeen niet goed voelen of koorts (>38,5°C) ontwikkelen. Dan is het noodzakelijk om dringend medisch advies in te winnen.

Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van het klinisch onderzoek en kan worden aangevuld met een echografie ter bevestiging van de diagnose met verdikking van de slijmbeurs.

Een (bijkomende) radiografie van de elleboog kan onderliggende beenderige zaken uitsluiten (oa. artrose of een spoor van bv. de triceps).

Bij een vermoeden van een infectieuze basis of om deze uit te sluiten kan een bloedafname gebeuren met bepaling van de infectieparameters. Zekerheid over de infectie kan bekomen worden door uitvoeren van een punctie. Er wordt dan in de slijmbeurs geprikt en vocht opgetrokken. Dat vocht wordt nadien opgestuurd naar het labo om de aanwezigheid van een eventuele kiem te analyseren.

Behandeling

Het doel van de behandeling is de ontsteking en de daaraan gekoppelde symptomen weg te nemen. Dit gebeurt in eerste instantie met pijnstilling en ontstekingsremmers indien verdragen en toegestaan. Indien er een infectie aanwezig is zal er antibiotica voorgeschreven worden maar enkel pas na een punctie van de elleboog.

  • Pijnstilling

    De eerste stap bij het behandelen van een slijmbeursontsteking is adequate pijnstillende medicatie. Meestal wordt gestart met Paracetamol en ontstekingsremmer. Dat laatste alleen indien verdragen door de patiënt, aangezien een ontstekingsremmer belastend is voor zowel de maag als de nieren.

  • Relatieve rust

    Absolute immobilisatie is niet noodzakelijk. Integendeel is het raadzaam om de pols en elleboog zo veel mogelijk te bewegen; eventuele belasting mag maar steeds onder de pijngrens.

  • Koude

    Het aanbrengen van ijs of een coldpack (in een handdoek of washandje) mag tot 3x per dag. Dit helpt de zwelling te verminderen en werkt ook pijnstillend.

  • Aanprikken

    Indien het een infectieuze slijmbeursontsteking is kan een ‘punctie’ gebeuren. Dan wordt met een naald het vocht uit de slijmbeurs gezogen. De pijn zal hierdoor afnemen en het vocht kan worden opgestuurd naar het labo om te onderzoeken welke kiem de oorzaak is. Zo kunnen de juiste antibiotica worden gegeven voor die bepaalde kiem.

  • Braces

    Er bestaan geen specifieke braces voor een slijmbeursontsteking maar om de zwelling tegen te gaan kan een drukverband worden aangelegd indien dit verdragen wordt door de patiënt.

  • Chirurgie

    Of er al dan niet wordt overgegaan tot chirurgie gebeurt in overleg tussen de patiënt en de chirurg. Het geheel plaatje dient in acht genomen te worden (hoelang al bezig, welke therapieën al gebeurd, is er een infectie aanwezig, …)

    Indien een niet-operatief beleid geen baat bracht, indien er een onderliggend spoor aanwezig is dat verhindert dat de slijmbeurs geneest of bij een infectie kan overgegaan worden tot chirurgie.

    Er bestaan twee verschillende ingrepen. Naargelang de indicatie kan ofwel via een kleine incisie (1- 2cm) de slijmbeurs worden geopend en de inhoud verwijderd worden (‘drainage’). Indien er echter een spoor aanwezig is wordt ook dat best verwijderd en dient de huidincisie vergroot te worden met verwijderen van dat spoor en de volledige slijmbeurs.

    Na de ingreep wordt in sommige gevallen - indien de slijmbeurs fors ontstoken of geïnfecteerd was -een buisje (‘redon’) achtergelaten om het overtollige wondvocht te laten aflopen. Dat buisje blijft maximum 24 uur ter plaatse. Het drukverband dat wordt aangelegd zorgt voor het voorkomen van een nieuwe zwelling. Enkel bij forse ontsteking of veel wondvocht wordt een gips aangelegd gedurende 1 week.

    [popup_anything id="1560"]











Frequent gestelde vragen?

  • Ik ben eerder al behandeld voor een slijmbeursontsteking. Kan ik dit opnieuw krijgen?

    Jazeker. Een genezen slijmbeurs kan opnieuw ontsteken indien de omstandigheden zich weer voordoen (overbelasting, infectie, …). Ook na operatief verwijderen van de slijmbeurs kan er een nieuwe ontsteking ontstaan gezien bij het genezingsproces een nieuwe slijmbeurs ontstaat die op haar beurt opnieuw zou kunnen ontsteken.

  • Waarom wordt er niet onmiddellijk geopereerd?

    De dringendheid tot opereren verschilt bij een slijmbeursontsteking heel hard naargelang van de oorzaak. Zo zal bij een infectieuze slijmbeursontsteking sneller geopereerd worden. Echter gebeurt dit steeds in een geïnformeerd overleg samen met de chirurg en wordt elk probleem apart bekeken en overlegd met de patiënt zelf.

  • Waarom wordt er niet gesproken over cortisone infiltraties als mogelijke behandeling?

    Cortisone is een natuurlijk product dat dient om ontsteking te remmen en normaal geproduceerd wordt door de bijnier. Toediening in de slijmbeurs zou theoretisch gezien inderdaad de inflammatie verminderen. Een infectie is hier de grootste tegenindicatie en dan is een inspuiting uit den boze.

    Bij een niet-infectieuze slijmbeursontsteking bestaat er echter, zoals bij elke punctie, de kans dat net hierdoor een huidkiem naar binnen wordt geduwd en er hierdoor een infectie gecreëerd wordt. Vandaar dat er eerder een terughoudendheid is naar eventuele cortisone infiltraties in de slijmbeurs. Enkel in weloverwogen gevallen kan dit een optie zijn.

  • Hoelang moet ik mijn arm stilhouden na de operatie?

    Normaal gezien mag u na de ingreep onmiddellijk voorzichtig (lees: onder de pijngrens) bewegen met de pols en elleboog. Geen extreme buigbewegingen van de elleboog uitvoeren om de wonde goed te laten helen gedurende de eerste 2-3 weken.

    In uitzonderlijke gevallen, bij forse ontsteking of wanneer er veel vocht uit de slijmbeurs gekomen is, kan een bovenarmgips aangelegd worden voor 1 week om de wonde te laten rusten.

  • Vanaf wanneer kan ik gaan zwemmen na de operatie?

    De hechtingen kunnen verwijderd worden na 2-3 weken. Vanaf dan is watercontact toegestaan. Voorzichtig bewegen van de elleboog is onmiddellijk na de operatie toegestaan.

  • Hoelang zal ik werkonbekwaam zijn na de operatie?

    Alles hangt af van het type werk u precies doet en hoe snel de wonde geneest. Bij handarbeid zal u in de regel langer ongeschikt zijn dan als u een bureaujob doet. Pas nadat alles volledig geheeld is en de beweeglijkheid herwonnen is, kan het werk hervat worden.

    Gemiddeld moet u rekenen op 4 weken werkonbekwaamheid in geval van bureauwerk en tot 6 weken in geval van handarbeid. Echter wordt steeds samen met de patiënt gekeken naar een individueel revalidatieplan en kan de specifieke onbekwaamheidsduur afwijkend zijn van bovenvermelde perioden.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties na een ingreep?

    Mogelijke problemen na elke chirurgie zijn wondproblemen met lokale zwelling en nabloeden. Ook bestaat er een risico op overgevoeligheid van het litteken en infectie van de wonde.

    Indien u een gips heeft gekregen bestaat de kans dat een knellend gevoel ontstaat met tintelingen en pijn in de elleboog, hand of vingers als gevolg van de zwelling. Indien dit het geval is dient het gips verder open gemaakt te worden. Dit kan door het gips in het ziekenhuis open te laten knippen.

  • Wanneer sneller contact opnemen dan geplande afspraak?

    Toegenomen wondlekkage, etterige wonddrainage, oplopende zwelling en pijn met koorts (>38,5°C) zijn duidelijke redenen om een snellere consultatie te vragen of zich aan te bieden op de spoeddienst.

Bronnen:

  • Open Access J Sports Med. 2018; 9: 243–251. Chronic lateral epicondylitis: challenges and solutions: Wilson C Lai, Brandon J Erickson, Ryan A Mlynarek, and Dean Wang
  • Bone Joint J. 2013 Sep;95-B(9):1158-64. doi: 10.1302/0301-620X.95B9.29285. Lateral epicondylitis: a review of pathology and management. Ahmad Z1, Siddiqui N, Malik SS, Abdus-Samee M, Tytherleigh-Strong G, Rushton N.

Wat

De tenniselleboog is een veel voorkomende aandoening (1 tot 3% van de bevolking) van de buitenzijde van de elleboog. Het betreft een overbelasting van de pezen van de strekspieren van de pols die vastzitten aan de buitenzijde van de elleboog. Het chronische karakter van deze aandoening is welgekend.

Mannen en vrouwen hebben evenveel kans op het ontwikkelen van een tenniselleboog. Aangezien het een overbelastingaandoening is komt het vooral voor bij de werkende bevolking en het meest bij mensen met een leeftijd tussen de 30 en 50 jaar. De tenniselleboog manifesteert zich meestal aan de dominante zijde (rechts bij rechtshandigen – links bij linkshandigen).

Een gelijkaardige aandoening, minder vaak voorkomend, is de golferselleboog waarbij de buigpezen zijn aangetast. Deze bevinden zich aan de binnenkant van de elleboog waar ook de klachten zich zullen manifesteren.

[popup_anything id="1569"]





















Oorzaak

Het vaak uitvoeren van draai- en strekbewegingen van de pols kan leiden tot overbelasting van de strekpezen. Bij tennissers betreft het dan het uitvoeren van een backhandbeweging. Maar veel heffen en tillen of een bureaujob (bv. door het typen op een pc zonder ondersteuning van de polsen) kan leiden tot overbelasting van de strekpezen.

Symptomen

De hoofdklacht is pijn ter hoogte van de buitenzijde van de elleboog bij uitvoeren van strekbewegingen van de pols. Bovendien kan ook de strekkracht en grijpkracht van de pols verminderd zijn. Typische bewegingen die pijnlijk zijn, zijn het grijpen van zaken, openen van deuren en handen schudden.

[popup_anything id="1570"]









Diagnose

De diagnose wordt gesteld op basis van klinisch onderzoek en kan worden aangevuld met een echografie ter bevestiging van de diagnose. Een radiografie van de elleboog kan echter onderliggende pathologie uitsluiten. We weten dat er in 5% van de gevallen ook overlap is met inklemming van een dichtbij gelegen zenuw. Het betreft een zijtakje van de radialis zenuw en wordt daarom radiaal tunnel syndroom genoemd. Hierbij kan een zenuwonderzoek (of EMG) uitsluitsel geven over de toestand van die zenuw.

Behandeling

Het doel van de behandeling is om de pezen weer te laten genezen door de ontsteking te remmen en de functionaliteit weer te verhogen. Gezien de lange duur van de aandoening is het belangrijk om zo veel mogelijk de behandeling af te stemmen op de actuele last. De behandeling bestaat daardoor vaak uit een combinatie van therapieën.

  • Pijnstilling

    De eerste stap bij het behandelen van een tenniselleboog is adequate pijnstillende medicatie.

  • Relatieve rust

    Absolute immobilisatie is niet noodzakelijk. Integendeel is het raadzaam om de pols en elleboog zo veel mogelijk te bewegen, eventuele belasting mag maar dit moet steeds onder de pijngrens blijven.

  • Kinesitherapie

    Kinesitherapie is een belangrijk onderdeel van het beleid. Ontstekingsremmende therapie en het stretchen van de pezen zullen de ontsteking te lijf gaan. Voor het verbeteren van de ellebooglast zal de kinesist ook schouderblad verstevigende oefeningen geven. Vraag na aan uw kinesist welke oefeningen u ook zelf thuis kan doen.

  • Braces

    Om de pijn onder controle te houden bestaan er braces die door druk op de strekspieren uit te oefenen de peesaanhechting aan de elleboog ontlasten. Daarnaast bestaan ook braces die de polsbeweging limiteren en zo de pijn verminderen. Echter zijn er in grote studies nooit verschillen aangetoond tussen beide braces.

  • PRP injectie

    PRP of ‘Plate-rich plasma’ is een onderdeel van het bloed van de patiënt zelf waarbij het plasma en de bloedplaatjes worden afgezonderd van de rest en dan worden ingespoten in de zieke pees. De bloedplaatjes geven dan groeifactoren vrij die het peesherstel bevorderen.

    Dit is een relatief nieuwe techniek. Hoewel er reeds enkele veelbelovende studies zijn is er, omwille van het groot verschil in de aanwezige commerciële bereidingen alsook de afwezigheid van studies die de effecten bekijken op lange termijn, nog geen algemene aanbeveling.

  • Chirurgie

    Bij tenniselleboog chirurgie wordt een kleine insnede van 3 à 4 cm gemaakt over de buitenzijde van de elleboog. De zieke pees wordt losgemaakt en het zieke gedeelte van de pees wordt weggesneden. Nadien wordt de pees opnieuw teruggeplaatst. Afhankelijk van de ernst vastgesteld tijdens de ingreep kan er na de ingreep worden beslist om gedurende een korte periode gips aan te leggen.

    [popup_anything id="1571"]







Frequent gestelde vragen?

  • Hoelang duurt het gehele proces (van vaststelling van de aandoening tot herstel)?

    Het natuurlijke verloop van de aandoening ligt ergens tussen de 10 en 18 maanden. We weten dat na 6 maanden ongeveer 80% van de patiënten verlost is van zijn klachten, na 1 jaar is 90% klachtenvrij.

  • Waarom duurt het natuurlijke verloop van de aandoening zo lang?

    Het probleem van het herstel van de zieke pezen ligt aan de van nature slechte doorbloeding van pezen. Ondanks het onderzoek naar de oorzaak van de aandoening en mogelijke behandelingen is men er nog niet in geslaagd de duur in te korten. Bewijzen hiervan zijn de grote aantallen mogelijke therapieën, echter heeft nog geen één behandeling de bovenhand gehaald.

  • Kan ik dat opnieuw krijgen?

    Er is weinig onderzoek naar de mogelijkheid op herval na een volledig genezen tenniselleboog. Maar er is wel degelijk een kleine kans op het opnieuw optreden van een tenniselleboog. Ongeveer 8% van de behandelde patiënten loopt binnen de twee jaar tijd opnieuw een tenniselleboog op.

  • Waarom wordt er niet onmiddellijk geopereerd?

    De belangrijkste reden is het feit dat de aandoening uit zichzelf verdwijnt. Voorts zijn de resultaten van een niet-chirurgisch ingrijpen goed te noemen en niet duidelijk verschillend van die van chirurgie. Daarom wordt best eerst 3 tot 6 maanden gewacht alvorens over te gaan naar chirurgie.

  • Waarom wordt er niet gesproken over cortisone-inspuitingen als mogelijke behandeling?

    Cortisone is een natuurlijk product dat dient om ontstekingen te remmen en wordt normaal geproduceerd door de bijnier. Lokale toediening in een pees kan de pijn op korte termijn echter verbeteren, doch zijn er geen studies die enig verschil kunnen aantonen in de symptomatologie op lange termijn. Ondanks het effect van mogelijke pijnbestrijding op korte termijn, stelt een bepaalde studie dat door het toedienen van cortisone de kans op herval met 10% vergroot.

  • Kan het dat ik de pijn ook buiten de elleboog voel?

    Jazeker. Het is een gekend fenomeen dat mensen uitstralende pijn voelen zowel verderop in de voorarm als naar de schouder toe. Het exacte mechanisme is nog niet wetenschappelijk opgehelderd maar het zou te maken hebben met een verhoogde gevoeligheid van de zenuwen ter hoogte van de elleboog die op hun beurt de gevoeligheid verhogen van andere zenuwen in het centraal zenuwstelsel.

  • Wordt een kijkoperatie soms uitgevoerd bij een tenniselleboog?

    Een kijkoperatie kan worden uitgevoerd. Op die manier wordt via toegang in het gewricht de onderzijde van de strekpees onderzocht. Het voordeel is dat eventuele aandoeningen in het gewricht mee kunnen worden behandeld. De nadelen zijn echter dat er meer kans is op zenuwbeschadiging en dat de ingreep langer duurt.

  • Hoelang moet ik mijn arm stilhouden na de operatie?

    Normaal gezien mag u na de ingreep onmiddellijk bewegen met de pols en elleboog. In uitzonderlijke gevallen, bij forse ontsteking of wanneer er ook problemen werden gezien in het gewricht, kan een bovenarmgips aangelegd worden voor 1 week.

  • Hoelang zal ik werkonbekwaam zijn na de operatie?

    Alles hangt af van het type werk u precies doet en hoe snel de pijn mindert. Bij handarbeid zal u in de regel langer ongeschikt zijn dan als u een bureaujob uitoefent. Ook na de ingreep blijft de regel gelden: bewegen en eventueel belasten onder de pijngrens. Voor de heling en revalidatie dient u minstens 3 maanden te rekenen voor een volledig herstel, maar dit kan oplopen tot 6 maanden als u intensief manuele arbeid verricht. Echter wordt steeds samen met de patiënt gekeken naar een individueel revalidatieplan en kan de specifieke onbekwaamheidsduur afwijkend zijn van bovenvermelde perioden.

  • Wat zijn de mogelijke complicaties na een ingreep?

    Mogelijke problemen na elke chirurgie zijn wondproblemen met lokale zwelling, nabloedingen, overgevoeligheid van het litteken en infectie van de wonde. Indien u een gips heeft gekregen bestaat de kans dat een knellend gevoel ontstaat met tintelingen en pijn in de elleboog, hand of vingers als gevolg van de zwelling. Indien dit het geval is dient het gips verder open gemaakt te worden. Dit kan door het gips open te knippen. Hiervoor consulteert u best uw huisarts, of gaat u naar de afdeling spoedgevallen.

  • Wanneer sneller contact opnemen dan de geplande afspraak?

    Toegenomen wondlekkage, etterige wonddrainage, oplopende zwelling en pijn met koorts (>38,5°C) zijn duidelijke redenen om een snellere consultatie aan te vragen of zich aan te bieden op de spoeddienst.

Bronnen:

  • Open Access J Sports Med. 2018; 9: 243–251. Chronic lateral epicondylitis: challenges and solutions: Wilson C Lai, Brandon J Erickson, Ryan A Mlynarek, and Dean Wang
  • Bone Joint J. 2013 Sep;95-B(9):1158-64. doi: 10.1302/0301-620X.95B9.29285. Lateral epicondylitis: a review of pathology and management. Ahmad Z1, Siddiqui N, Malik SS, Abdus-Samee M, Tytherleigh-Strong G, Rushton N.